In het vorige deel werden kort de verschillen tussen postliberalen en christendemocraten uitgelegd. Waar christendemocraten liberalisme als neutraal maar te leeg zien, zien postliberalen het liberalisme als gemeenschap ondermijnend. Hoe ondermijnt het liberalisme de gemeenschap?
Allereerst heeft dat te maken met het individualistische mensbeeld van de liberalen. Daarin staat het individu centraal en wordt het individu als vertrekpunt genomen voor het denken over politiek en samenleving. De gemeenschap is in die visie een kunstmatige toevoeging en volgens liberalen slechts wenselijk als deze de belangen van het individu dient. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als het individu ermee instemt deel te nemen aan een gemeenschap en een stukje vrijheid afstaat wanneer dat opweegt tegen de veiligheid of welvaart die hij ervoor terugkrijgt. Het toestemmen (consent) van het individu, is de liberale maatstaf om het opgeven van vrijheid goed te keuren. Samenleven is een sociaal contract.
Daarom staat de liberaal argwanend tegenover datgene waar het individu niet expliciet mee in heeft gestemd: familie, vaderland, dominante culturele normen en waarden, religieuze opvoeding, etc. Daarvan dient het individu soms zelf bevrijd te worden. Maar door wie dient het bevrijd te worden? Dan komen sommige liberalen – soms tot eigen ongemak – uit bij de Staat. Die dient zich verder neutraal op te stellen en aangezien de Staat het individu slechts bevrijdt en verder zo min mogelijk dwingt (behalve waarmee hij/zij heeft ingestemd), is dit in liberale ogen toch geoorloofd.
Economische krachten
Na het liberale individu ontdaan te hebben van zaken waarin het ingebed was, staat het individu naakt en alleen tegenover de almacht van de economische krachten. Waar culturele normen en waarden en daaruit volgende principes zijn verdrongen naar de privésfeer en geen publieke geldigheid meer kennen (ze zijn immers subjectief), krijg de economische logica de vrije hand.
En die vrije economische logica heeft gemeenschap ondermijnende krachten: globalisering, het sneller verdwijnen van bepaalde sectoren, de concentratie van economisch succes in bepaalde regio’s, de groeiende tegenstelling. Denk bijvoorbeeld aan de deindustrialisering waardoor hele gebieden verstoken blijven van economische activiteit (de beruchte rust belts in Amerika), waardoor mensen min of meer worden gedwongen hun gemeenschappen te verlaten op zoek naar werk. De toenemende onzekerheid stelt mensen ook minder in staat een toekomst op te bouwen, een gezin te starten en zich voor lange tijd aan een gemeenschap te verbinden.
Deugden
Behalve de afbraak van allerlei instituties die de macht van de markt temperen, is sinds de komst van het liberalisme allereerst karaktervorming in een kwaad daglicht komen te staan. Dat stelt de eerdergenoemde hoogleraar Patrick Deneen in zijn een paar jaar geleden verschenen boek Why liberalism failed. Waar voorheen deugden zoals matigheid werden overgedragen, zag het liberalisme dat als paternalisme en als een beperking van de vrijheid van het individu. Het project van het liberalisme was niet mensen vrij te maken van de dwang van verlangens (zoals de deugdenleer beoogt), maar het individu in staat te stellen zoveel mogelijk verlangens te bevredigen, zo stelt Deneen.
Om die verlangens te bevredigen moest de natuur aan de mens onderworpen worden. De natuur werd op die manier niets meer dan een product, een gebruiksmiddel dat ten dienste staat van onze behoeften. Deneen ziet de klimaatcrisis als een logisch gevolg van deze liberale mindset. Het liberalisme dat grenzen verafschuwt, moest ooit tegen haar grenzen aan botsen – planetaire grenzen in dit geval. Ondanks alle verschillen tussen de postliberalen, maken velen toch soortgelijke analyses. De grootste verschillen komen aan het licht wanneer we kijken naar wat ze voorstellen. Dan zie je met name verschillen in hun opvattingen over wat van het liberalisme behouden moet blijven en verschillen in hun waardering van de natiestaat: is die onderdeel van het probleem of onderdeel van de oplossing? Naar deze verschillen kijken we de volgende keer.