Onder in de la: ‘omgaan met onzekerheid in beleid’

Als er één ding opvalt in de vele maatschappelijke discussies die spelen, is het wel de complexiteit van de vraagstukken die op ons afkomen. Om het hoofd te kunnen bieden aan al die onzekerheden is het voor beleidsmakers vandaag de dag bijna de normaalste zaak geworden om wetenschappelijke instituten, consultancies en andersoortige expertbureaus in te huren om hen te helpen uiterst complexe vraagstukken om te zetten in beleid. Maar ondanks allerlei modellen van deze experts, zijn de ontwikkelingen in een maatschappij nog altijd moeilijk te voorspellen. Neem het voorbeeld van de inflatie van 2022. Zelfs in de meest ongunstige economische ramingen van het CPB en de SER was geen rekening gehouden met zo’n uitzonderlijk hoge inflatie. Tegelijkertijd heeft diezelfde inflatie wel een enorme invloed op macro-economische ontwikkelingen en staan beleidsmakers en politici direct 1-0 achter in het ontwerpen van hun beleid. Hoe kunnen beleidsmakers omgaan met dergelijke onzekerheden? Het is een vraag die centraal stond op de conferentie “Omgaan met Onzekerheid in Beleid” die in mei 2006 werd georganiseerd.

In het eindrapport van de conferentie wordt aandacht besteed aan de belangrijke rol die onzekerheid inneemt in het maken van beleid. De schrijvers van het rapport merken op dat de Nederlandse maatschappij in de verwachting is dat de overheid in staat is alle problemen tot op zekere hoogte te voorkomen of in ieder geval te beheersen. Dat vraagt om een snelle, maar ook gedegen anticipatie aan de kant van beleidsmakers. Zij staan vervolgens voor twee keuzes: beleid maken waarin wordt geanticipeerd op alle mogelijke scenario’s maar wat daarmee ook erg complex en onoverzichtelijk wordt, of een vrij algemeen beleid maken waarbij wordt geaccepteerd dat niet alle zaken volledig gedekt zullen zijn, iets wat problemen op kan leveren voor de toekomst.

Zo’n dilemma drijft beleidsmakers in de armen van externe bureaus en wetenschappelijke instanties, allemaal met het doel om onzekerheden in kaart te brengen en waar mogelijk te reduceren. Probleem daarbij is wel dat de realiteit vaak meer onverwachte complexiteiten met zich meebrengt en veel onzekerheden niet verder zijn te reduceren. Vanwege die hoge complexiteit is het een reëel risico dat beleidsmakers blindelings zullen vertrouwen op de adviezen die hen worden aangereikt zonder hier zelf kritisch op te reflecteren. Juist een wisselwerking tussen wetenschap, advies en beleid waarbij over en weer wordt gecontroleerd en kritisch wordt gereflecteerd, is een belangrijke vereiste voor het vormen van een gedegen beleid dat voorsorteert op bepaalde onzekerheden, zo stellen de schrijvers. Het is daarbij aan wetenschappers en adviseurs om beleidsmakers ook te wijzen op de onzekerheden in hun adviezen en zo te voorkomen dat een schijnzekerheid wordt gecreëerd.

In het rapport komt naar voren dat juist een open houding naar onzekerheid belangrijk is, alsook het systematisch omgaan met die onzekerheden. Informatie over de mate van en het type onzekerheid zijn uiterst belangrijk om zo uiteindelijk risico’s in kaart te brengen en de juiste afwegingen te kunnen maken. Vervolgens is het aan beleidsmakers en politici om te durven reflecteren op een eenmaal ingeslagen weg en beleid te durven bijstellen wanneer ervaring is opgedaan. Dit durven leren en proberen kwam naar voren als één van de belangrijkste adviezen van de conferentie waarin beleidsmakers, beleidsadviseurs en wetenschappers met elkaar in gesprek gingen.

Het betekent echter ook dat politici het aan moeten durven om vooraf harde keuzes te maken zonder op de hoogte te zijn van alle mogelijke risico’s die met een bepaald besluit komen. Hierbij is een politieke visie erg belangrijk, omdat deze bepaalde beleidskeuzes kan prioriteren waardoor uiteindelijk meer samenhang in beleid ontstaat met minder onzekerheden voor beleidsmakers. Beleid en politiek bevinden zich in een wisselwerking waarbij beleidsadviezen uiteindelijk ook worden gevormd door de politieke realiteit: alleen dan kan er richting gegeven worden in de vele complexe keuzes die te maken zijn.

Kortom, in 2006 werd al geadviseerd minder te varen op een totale kennissamenleving en meer ruimte te geven aan onzekerheden, waarbij ook het durven evalueren centraal stond. Een advies dat in het huidige politieke landschap nog steeds zeer actueel is.

Lees het verslag van de conferentie hier.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *