Onder in de la – ‘Leren van Corona’

Kwartiermakers, aanjaaggroepen, taskforces en overlegtafels: Nederlandse bestuurders zijn dol op rapportenfabrieken. Veel van deze doorwrochte stukken sterven in schoonheid, omdat ze onderin een letterlijke of spreekwoordelijke la belanden. In de rubriek ‘Onderin de la’ zet De Nieuwe Denktank een schijnwerper op rapporten en conclusies die toen én nu meer aandacht verdienen. Dit alles om te voorkomen dat ‘de kennis van nu’ veelal ‘de kennis van toen’ blijkt te zijn.

De uitbraak van COVID-19 in 2020 werd door commentatoren beschreven als ‘de grootste naoorlogse crisis’. Ook u zult nog levendige herinneringen hebben aan de begindagen van de pandemie en de maatregelen die werden genomen om de virusuitbraak in toom te houden. Nu de coronacrisis in de voltooid verleden tijd ligt, is het goed om terug te kijken. Wat kunnen we leren van deze crisistijd om op een later moment beter te doen? Hoe helen we de wonden die door het virus en de vaccinatiemaatregelen geslagen zijn tussen bevolkingsgroepen?

Het wetenschappelijk Instituut van het CDA heeft recentelijk een uitgebreide bundel gepubliceerd waarin deze vragen van een eerste antwoord worden voorzien. In het rapport worden wetenschappers en denkers uit verschillende disciplines opgevoerd die hun licht laten schijnen over de aanpak van het coronavirus. De conclusies zijn ontluisterend, evenals de oorverdovende stilte rondom het rapport in politiek en media.

Een eerste, en belangrijke, conclusie die als rode draad door het rapport loopt, is dat er op alle niveaus en ten aanzien van alle aspecten van de crisisaanpak geen politiek debat is gevoerd. Politieke partijen en bestuurders verzaakten hun taak om diepgravend en vanuit hun eigen maatschappijvisie over de bestrijding van het coronavirus te debatteren. Over de wenselijkheid en gevolgen van maatregelen was tussen de traditionele bestuurderspartijen amper debat. Een veelzeggende zinsnede luidt: ‘Opvallend was dat vrijwel alle gevestigde partijen hun eigenheid verloren’. Hierdoor werd over verstrekkende ingrepen zoals de avondklok en de QR-toegangscodes niet of nauwelijks gedebatteerd.

Wanneer debat niet plaatsvindt binnen de politieke arena, waar dan wel? In het rapport wordt door verschillende schrijvers geconcludeerd dat kabinet en coalitie hun oren te veel lieten hangen naar enerzijds de wetenschap en anderzijds de stemming in de media. Beiden zijn voor politici en bestuurders imperfecte raadgevers. De wetenschap had, door de noviteit van het coronavirus, een kennisachterstand. Van haar werd dan ook een te grote mate van zekerheid verwacht die wetenschappers niet kunnen bieden. De media op hun beurt zijn te grillig en te veel gericht op sensatie om een stabiele raadgever te zijn.

Nederland zou niet geregeerd moeten worden vanaf een talkshowtafel of vanuit een laboratorium. Vertrouwen in de politiek kan enkel en alleen hersteld worden wanneer burgers zien dat hun stem ertoe doet. Nu ontstaat bij kiezers het gevoel dat wat ze ook stemmen, het eindigt in een kleurloze bestuurlijke brei. De weinige aandacht die dit rapport heeft gekregen is niet alleen onterecht, maar zet ook de deur open naar herhaling van misstappen. Ook in het stikstofdossier of de pensioendiscussie staart het politieke midden zich blind op modellen en ligt de focus meer op beeldvorming dan op beleidsvoering. Dus, trek die la open en lees dit rapport! De lessen over de coronacrisis zijn meer dan relevant voor allerhande andere beleidsterreinen waarop Nederland nu nog vastloopt in een bureaucratisch moeras.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *