Onder in de la – ‘Eindverslag Informateur Tjeenk Willink – 2021’

Op 22 november kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. De politieke campagnes zijn op stoom, posters worden geplakt en de lijsttrekkers en kandidaten kruisen tijdens debatten de degens. Hoe spannend de stembusgang ook is, de periode daarna is minstens zo relevant. Het is daarom goed om vóór de verkiezingen nog eens terug te kijken op de langste kabinetsformatie óóit; de formatie van 2021. Daarbij is de focus op wie-met-wie en persoonlijke politieke verhoudingen niet relevant, juist wat inhoudelijk werd besproken en geadviseerd verdient de aandacht. Het eindverslag van informateur Tjeenk Willink is daarvoor een meer dan geschikte bron om uit te putten.

Bij het aantreden van Tjeenk Willink was het vertrouwen tussen politieke partijen tot een dieptepunt gedaald. Tegen premier Mark Rutte was tijdens het 1-april-debat een motie van afkeuring met ruime steun aangenomen. Dit naar aanleiding van de ‘positie Omtzigt – functie elders’-notitie. Minister van Staat Tjeenk Willink kreeg de opdracht het formatieproces weer uit het slob te trekken en te onderzoeken of er weer vertrouwen gekweekt kon worden tussen de verschillende politieke kopstukken. Zijn eindverslag gaat echter verder, het geeft een scherpe analyse van de uitdagingen waar de politiek mee aan de slag moet. “Uiteindelijk gaat het om de maatschappelijke problemen die opgelost moeten worden”, is het citaat waarmee Tjeenk Willink zijn verslag opent.

De oorsprong van die maatschappelijke problemen ligt volgens de Informateur in het wantrouwen tussen overheid en burger, tussen Kamer en kabinet en tussen politieke partijen onderling. Dat wantrouwen is ouder en zit dieper dan enkel het 1-april-debat met Rutte. Het komt in de eerste plaats voort uit het verzaken van de basistaken van de overheid. De Staat ziet burgers niet langer als onderdelen van de sociale orde, maar als onbetrouwbare klanten die een kostenpost met zich meebrengen. De overheid werd ‘gemanaged’, waardoor inhoudelijke kennis bij ministeries verdween en duur moest worden ingekocht bij derden. De zere plek die Tjeenk Willink hier aanwijst, is sinds zijn eindverslag alleen maar pijnlijker duidelijk geworden. De teruggelopen schoolresultaten, woningnood en explosieve inflatie zijn gevolgen van het uitblijven van gedurfde politieke keuzes. Het pleisters plakken en op de winkel passen blijven onder Rutte-IV de norm, waardoor echte oplossingen uitbleven.

Daarnaast richt Tjeenk Willink zich in zijn eindverslag op het ontbreken van een goed evenwicht tussen macht en tegenmacht. Aan de ene kant constateert hij dat de Tweede Kamer haar taken niet serieus genoeg neemt. De nadruk ligt niet op de plicht van grondige medewetgever, maar op het ‘afrekenen’ van beleidsmakers. De oorzaak van ongewenste consequenties van beleid wordt bij ambtenaren gelegd in plaats van bij politieke besluiten van Kamer en kabinet. De coalitie zet daarnaast de Tweede Kamer buitenspel met enerzijds een dichtgetimmerd coalitieakkoord en anderzijds een veelvoud aan informele besprekingen en overleggen. Ook het kabinet komt hierdoor niet aan regeren toe, maar is afhankelijk van het coalitieoverleg.

De oplossingen voor bovenstaande problemen zitten volgens Tjeenk Willink niet alleen in een ongrijpbare ‘nieuwe bestuurscultuur’, maar juist ook in structurele institutionele hervormingen. Zo spreekt Tjeenk Willink in zijn eindverslag over de noodzaak van een constitutioneel hof om de (sociale) grondrechten uit onze Grondwet veilig te stellen voor burgers. Daarnaast bepleit hij het vastleggen van functie-eisen voor ministers, een relevante suggestie om tegenwicht te bieden aan het idee dat een goede manager uiteindelijk ieder ministerie wel kan leiden. De kabinetten Rutte waren een stoelendans van partijprominenten, terwijl vanaf de werkvloer juist het belang van vakkennis wordt bepleit. Een laatste suggestie van de oud-informateur gaat over de rechtsbijstand. Zonder fatsoenlijke financiering kunnen burgers (met een kleinere portemonnee) niet hun recht halen tegenover een overheid die hen dreigt te vermalen.

De campagneflyers en verkiezingsprogramma’s staan vol met termen als nieuw, anders en beter. Het is het daarom waard om nog eens onderin de la te duiken en de adviezen die daar na de vorige verkiezingen over zijn geschreven te herlezen. Veel oude politieke hoofdrolspelers vertrekken na 22 november. Daarnaast gooien nieuwe partijen en lijstverbindingen hoge ogen in de peilingen. Daar ligt de kans om het nu wél anders aan te pakken. Met een regeerakkoord op hoofdlijnen waarmee de regering de handen vrij heeft voor focus op goede uitvoering en het parlement vrij is om over de écht spannende politieke keuzes te debatteren. Het wiel opnieuw uitvinden kost tijd, tijd die nodig is om de veelheid aan crises te lijf te gaan. Het verhaal van informateur Tjeenk Willink vormt een goede basis voor een frisse start van de vaderlandse politiek, verplicht leeswerk voor 23 november!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *