Nieuwe partijen als oplossing voor oude bestuurscultuur

De ongezonde bestuurscultuur is het gevolg van een ongezonde partijcultuur. Dáár ligt dan ook de oplossing.

Er is iets grondig mis in de relatie tussen ambtenaren en de politiek. Dat bleek onlangs uit een uitgelekte brandbrief van vijftig leidinggevende ambtenaren die gericht was aan onder meer de premier.[1]

Twee topambtenaren gaven naar aanleiding van de ontstane commotie een interview – een zeldzaamheid.[2] Uit de brief (waaruit de NRC eerder citeerde) en het interview rijst een duidelijk beeld. Ministers eisen snelle oplossingen voor fundamentele problemen, er worden irreële eisen aan ambtenaren gesteld en deze voelen zich niet altijd vrij om kritiek te uiten. Kortom: door scoringsdrift en profileringsdrang van ministers kunnen ambtenaren hun werk niet goed doen.

De schuld volledig bij de ministers leggen zou te makkelijk zijn. De problemen zitten dieper. Veel (ex-)Kamerleden laten namelijk soortgelijke klachten horen, zoals Ronald van Raak (SP), Kees Verhoeven (D66) en Eppo Bruins (ChristenUnie) in het advies dat zij aan nieuwe Kamerleden gaven. Ook zij klagen over de te grote focus op zichtbaarheid en beeldvorming, met als gevolg hijgerigheid en scoringsdrift.[3]

Partijcultuur

Als oorzaak worden vaak de (sociale) media genoemd. Niet per se onwaar, maar het benoemen van een probleem waar je (gelukkig) geen controle over hebt, is niet het begin van een oplossing. Politici zouden het ook dichter bij huis kunnen zoeken: de eigen politieke partij.

Want ministers en Kamerleden zijn in zekere zin ook ‘slachtoffers’ van de druk die de partij op hen legt. Een minister is een uithangbord waarmee de partij in de beeldvorming kan scoren.      Kamerleden die het nieuws halen, krijgen complimenten. Kamerleden die onzichtbaar zijn, riskeren bij de volgende verkiezingen een lage (onverkiesbare) of geen plek op de kandidatenlijst.

De meeste politici willen heus bijdragen aan goed beleid, maar partijbelangen dwingen hen op een manier te opereren die dat vaak in de weg staat. De politieke partij zou een bastion kunnen zijn tegen die overmatige focus op zichtbaarheid en beeldvorming, maar ze versterkt het alleen maar. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

MacIntyre

De filosoof Alasdair MacIntyre heeft beschreven hoe instituties die zijn opgericht om bepaalde idealen te verwezenlijken, uiteindelijk zelf een bedreiging vormen voor die idealen. Dat is de dynamiek tussen wat hij ‘praktijken’ noemt en de bijbehorende instituties. Praktijken zijn sociale activiteiten als geneeskunde, boeren en schilderen: die draaien om op zichzelf staande goede doelen, zoals mensen gezond maken, voedsel produceren en mooie schilderijen maken. Bijbehorende instituties zijn ziekenhuizen, boerenbelangenorganisaties en musea. Zij zorgen voor de middelen: voor geld, gebouwen, het opleiden van nieuwe beoefenaars, etc.

Ook politiek is een praktijk. De bijbehorende institutie is de politieke partij. Politiek draait om het bevorderen van het algemeen welzijn, het verwezenlijken van idealen en het maken van goede wetten. De partij zorgt voor de middelen: werving en kadervorming, een programma, maar ook een mediacampagne en een volle campagnekas. Veel media-aandacht moet voor veel stemmen zorgen en zo voor macht. Macht is uiteindelijk een middel om de idealen te verwezenlijken. 

Hoewel instituties noodzakelijk zijn om de praktijk in stand te houden, bestaat het gevaar dat na verloop van tijd de logica van de instituties de logica van de praktijken gaat overwoekeren. In de politiek gaat dan de druk op politici om ‘zichtbaar’ te zijn zwaarder wegen dan het maken van goede wetten: het middel wordt belangrijker dan het doel.

Nieuwe partijen

Hoe dit op te lossen? Nieuwe partijen en politieke fragmentatie worden vaak als probleem genoemd, maar wij zouden het willen omdraaien. Het zijn juist de oude, traditionele partijen waarbij het instituut (het middel) het doel is gaan overwoekeren: na decennia aan de macht te hebben gestaan, hebben ze te veel opgebouwde belangen en zijn hun idealen vervaagd (de ene partij laat zich erop voorstaan geen visie te hebben, de andere lijkt wel continu aan ‘herbronnen’. Omdat ze hun idealen zijn kwijtgeraakt, draait het vooral om profilering van de kopstukken. Omdat ze geen visie meer hebben, proberen ze te scoren met mediagenieke proefballonnen. Zet daar de frisheid van relatief nieuwe partijen als Volt en Partij voor de Dieren tegenover: inhoud en idealen staan centraal, beeldvorming is secundair.

Tijd voor een nieuwe partijcultuur! De oude partijen zouden hier een voorbeeld aan de nieuwe partijen kunnen nemen.

[1] https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/10/hoge-ambtenaren-bezorgd-over-samenwerking-met-politiek-topoverleg-bij-rutte-a4153855

[2] https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/16/topambtenaren-kritisch-over-politiek-er-worden-met-enige-regelmaat-irreele-eisen-aan-ons-gesteld-2-a4154343

[3] https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vljyaoxejhih/nieuws/weg_van_de_waan_van_de_dag_advies_aan

3 gedachten over “Nieuwe partijen als oplossing voor oude bestuurscultuur”

  1. Frits W van Dijk

    Politieke partijen? Wat zijn dat. Een handjevol contributie betalers? Rudimenten uit tijden dat brede en snelle communicatie nog niet mogelijk was. Die is nu wel mogelijk, waardoor de democratie veel directer zou kunnen worden. Klankgroepen van gelijkgestemde burgers kunnen geregeld bevraagd worden. De resultaten kunnen dienen tot bijsturen. Dit alles leidt tot een veel snellere en betere ‘closed loop’ waardoor de kwaliteit van de inzichten en daarmee van het bestuur sterk zullen verbeteren t.o.v. het het trage proces van stemmen eens per vier jaar.

  2. Goed verhaal en ik kan het er mee eens zijn. Toch wil ik propberen met voldoende medestanders een koerswijziging bij het CDA te bereiken. Dat zal zeker niet meevallen maar voordat een nieuwe partij aan invloed voldoende bereik heeft gekregen zijn we een hele tijd verder en zolang wil ik niet wachten. Trouwens de horizon van Senioren is daar te kort voor. We denken weliswaar aan onze kinderen maar hoeven onszelf niet over te slaan.

  3. David C. de Jong

    Dat was één van de redenen dat ik de politiek heb verlaten en dus geen actief lid meer ben van enig partij. Wat was de oorzaak? Teveel het eigen IK. En dus te weinig WIJ. Als je bezig bent in de politiek is vaak de focus op de komende vier jaren. En de vraag “hoe blijf ik overeind” en “Haal ik de eindstreep na deze vier jaren” Deze instelling heeft niets te maken met het landelijk belang van haar inwoners. Dat is teleurstellend. Regelmatig heb ik brieven/mails verzonden naar betreffende Kamerleden, maar GEEN antwoorden. Om dit probleem op te lossen dient iemand op te staan met gezag en de vuist te gebruiken om orde op zaken te stellen. Dan komen vertragingen van uitvoeringen zoals toeslagenaffaire, aardbeving Groningen minder vaak in de publiciteit. Laat diegene in de politieke arena die zich aangesproken voelt opstaan!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *