
Er wordt wel eens beweerd dat elke schrijver maximaal één groots boek schrijft. De andere boeken zijn slechts voorbereidingen op of nadere uitwerkingen (of het herkauwen) van dat ene grote werk. Mocht dat ook voor Ilja Leonard Pfeijffer gelden, dan is Alkibiades kandidaat om dat ene werk te zijn.
Ilja Leonard Pfeijffer was tot 2004 werkzaam als classicus aan de Universiteit Leiden. Daarna heeft hij naam gemaakt als romancier, met werken als La Superba en Grand Hotel Europa. Voor Alkibiades heeft hij zich als romancier én als classicus volledig kunnen uitleven.
Want wat een werk moet het zijn geweest. Het boek telt 950 pagina’s, waarvan 150 pagina’s bronvermelding en voetnoten. Alles wordt verantwoord, ook waar Pfeijffer de lacunes in het bronmateriaal opvult met soms een gedegen en goed onderbouwde gok en soms met pure fantasie. Dit werk kan alleen geschreven zijn door een auteur die al zijn leven lang het klassieke Griekenland als zijn tweede thuis beschouwt.
Alkibiades was een ambitieuze man in het Athene van de vijfde eeuw voor Christus. Hij wilde van Athene dé wereldmacht maken en dus van zichzelf de grote man die dat bewerkstelligde. Hij leefde in de tijd van de Peloponnesische Oorlog, de strijd tussen Athene en Sparta. Opgevoed in het huis van de staatsman Pericles, bevriend met de filosoof Socrates en spil in die Peloponnesische Oorlog, is hij een ideaal figuur voor een historische roman, een soort Forrest Gump uit de klassieke oudheid.
Wat dit boek verder de moeite waard maakt, is dat het – om maar eens een journalistiek criterium (en cliché) op een roman toe te passen – uiterst actueel is. Het boek speelt tegen de achtergrond van de val van het democratische Athene. Populisme, bol van emoties staande politiek, opportunisme, retoriek: het zijn ingrediënten die toen – maar wellicht ook nu – de kracht van de democratie van binnenuit aanvreten.
Toch is dit meteen ook een van de meer teleurstellende onderdelen van het boek. Hoewel deze uitholling van de democratie wel wordt uitgewerkt in enkele discussies tussen verschillende personages en op de achtergrond blijft meespelen, had Ilja Leonard Pfeijffer dit thema uitgebreider en explicieter kunnen behandelen. Er is genoeg over gedacht en geschreven in die tijd: (Plato’s) Socrates had best een grotere rol in dit boek kunnen spelen. Het zou ook een welkome afwisseling zijn geweest tussen alle veld- en zeeslagen die de minder in dat onderwerp geïnteresseerden wat te veel kunnen worden. Met iets meer filosofie in plaats van krijgsgeschiedenis, was het behalve een historische roman ook meer een ideeënroman geworden. Een gemiste kans.
Maar voor wie zich wil gaan verdiepen in de oude Grieken en in de filosofie van die tijd, is Alkibiades een goede introductie: goed gedocumenteerd en prettig geschreven. Voor wie minder in het historische en meer in de literaire aspecten van de roman geïnteresseerd is, kan het wat tegenvallen.
Is Alkibiades inderdaad een groots werk? Grote kans dat het Pfeijffers beste boek zal blijven, want het is alleraardigst. Maar groots? Nee, daarvoor heb je een groot schrijver nodig.