Wanneer het over de gezondheidszorg gaat, wordt door politici en beleidsmakers al snel geconcludeerd dat die ‘te duur’ is en zo niet langer door kan gaan. De vraag is echter waar die kosten vandaan komen en of er voor het verbeteren van de zorg niet meer nodig is dan een focus op de financiering ervan. Hierover sprak De Nieuwe Denktank met huisarts Derk Runhaar. Tot anderhalf jaar geleden was hij praktijkhouder in Oostzaan in Noord-Holland. Recentelijk maakte hij de overstap naar de rol van medisch manager van de regionale huisartsenorganisatie in Zaanstreek-Waterland. Daarnaast is Runhaar werkzaam als huisarts op de huisartsenposten van Zaandam en Purmerend.
Waarom de overstap van een eigen huisartsenpraktijk naar (deels) een managementrol?
‘Als huisarts met een eigen praktijk merkte ik dat ik steeds weer tegen dezelfde problemen aanliep’, legt Runhaar uit. ‘Als arts ben je altijd op zoek bent naar de verklaring van een probleem, het stellen van de juiste diagnose. Mijn werk voor de regio-organisatie begon eigenlijk vanuit mijn verbazing dat ik steeds weer dezelfde problemen voorbij zag komen’. Deze problemen vat Runhaar als volgt samen: ‘De mensen die de meeste zorg nodig hebben, krijgen die het minst’.
‘Mensen waarover eigenlijk geen enkele discussie was óf ze hulp nodig hadden, bleven zonder de juiste hulpverlening zitten. Dit gebeurde eerder al in de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg, maar nu ook steeds vaker bij mensen die medisch-specialistische zorg nodig hebben. Hoe kan het dat precies het omgekeerde gebeurt van wat we van de zorg verwachten? Dat is de reden dat ik actief ben geworden voor de regio-organisatie. Als ik een diagnose moet stellen zou ik zeggen dat het zorgsysteem in Nederland ‘’ziek’’ is’, geeft Runhaar aan op de vraag wat tot nu toe zijn bevindingen zijn.
Recentelijk is er een nieuw zorgakkoord gesloten. De huisartsen waren lang tegen, denk je dat het verstandig is dat zij alsnog akkoord zijn gegaan?
‘We hebben als zorgsector met de verkeerde partij een akkoord gesloten’, stelt Runhaar. Hij legt uit dat niet het Ministerie van Volksgezondheid, maar de zorgverzekeraars de meeste invloed hebben binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Door privatisering zijn het de verzekeraars die de dienst uit maken, terwijl het Ministerie maar weinig instrumenten heeft om bij te sturen. ‘Er zijn eerder akkoorden gesloten tussen de zorgverleners, politiek en verzekeraars, zonder resultaat. Ik heb dan ook weinig vertrouwen dat de afspraken in dit zorgakkoord wel uitgevoerd gaan worden. Eerder zagen we ook dat zorgverzekeraars hun eigen plan trokken als bepaalde zaken hen niet aanstonden. De huisartsen hielden lang hun handtekening achter, omdat ze er niet op vertrouwden dat het nu écht menens was.’
Runhaar schetst ook dat deze manier van werken de politiek van verantwoordelijkheid ontslaat. ‘Wanneer er écht zaken mislopen in de zorg, zet het Ministerie een stapje terug en wijst ze naar “de markt”. Ingrijpen zou marktverstorend zijn volgens het Ministerie. Minister Kuipers heeft wel gezegd dat hij meer regie naar zich toe wil trekken, maar dat is nu niet geregeld. Het gevaar bestaat dat de deels goede plannen in het zorgakkoord daarmee een dode letter worden.’
Wanneer het over de zorg gaat, gaat het al snel over de kosten. Hoe kijk jij naar deze discussie?
‘Eén ding staat vast, en dat is dat we de zorg heel duur hebben gemaakt’. Er zijn verschillende zaken van invloed op de zorgkosten en op een deel daarvan hebben we weinig invloed, zoals de groeiende levensverwachting waardoor mensen ouder worden en op termijn meer zorg nodig hebben. Daarnaast is er een voortdurende technologische en farmaceutische innovatie. Nieuwe technologieën, medicijnen en behandelmethoden kosten vervolgens ook meer geld. Dit kun je als overheid wel deels sturen door pas behandelingen te vergoeden wanneer ze bewezen effectief zijn’, stelt Runhaar, ‘maar ook hierbij is het zo dat áls iets effectief is, dit nog steeds vergoed zal worden.’
Volgens Runhaar is echter de voornaamste verklaring voor het explosief blijven toenemen van de zorgkosten het streven naar efficiëntie als onderdeel van de marktwerking. ‘Een zorgverzekeraar wil minder kosten maken dan zijn concurrent en zorginkopers zoeken daarom naar prijsverlagingen in opgeknipte stukjes zorg. Een zorgaanbieder wil zijn bedrijf overeind houden en zoekt naar manieren om het rendement te verbeteren binnen die opgeknipte stukjes zorg. Daardoor zijn we in een vicieuze cirkel terechtgekomen met een administratieve loopgravenoorlog tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de naam van efficiënte besteding van zorggeld.’
Runhaar onderkent dat zorgvuldig administreren ook nodig is om de effectiviteit van een behandeling te volgen en verantwoording af te leggen over de bestedingen. ‘Maar sommige hulpverleners zijn bijna veertig procent van hun tijd kwijt aan papierwerk, dat kan niet de bedoeling zijn. Een negatief bijeffect van de toenemende regeldruk is dat het werkplezier afneemt waardoor minder mensen kiezen voor een baan in de zorg en het personeelstekort groeit.’
Hoewel de problemen voornamelijk worden veroorzaakt door marktwerking,, is Runhaar niet meteen voorstander van één groot nationaal zorgfonds in handen van de overheid. ‘Het publiek maken van het stelsel zorgt niet automatisch voor minder papierwerk, overheden zijn ook heel goed in het optuigen van uitgebreide procedures en bureaucratie. Het huidige stelsel is echter wel de basis van het stijgende papierwerk, maar de precieze kosten daarvan zijn niet zichtbaar.’ Daar ligt volgens Runhaar het probleem. ‘De kosten van procedures en bureaucratie zijn nu versnipperd en vaak onzichtbaar uitbesteed aan zorgverleners. Hierdoor is het moeilijk om beleid te maken, omdat het er voor velen uit ziet alsof ‘’de zorg’’ in zijn geheel duur is, terwijl de kostenverdeling tussen zorg en papierwerk wazig is. Welk deel komt ten goede aan zorgverlener en patiënt en welk deel lekt weg naar partijen die niks bijdragen aan gezondheidswinst?’
Welke nieuwe ideeën zijn er volgens jou nodig om de gezondheidszorg in Nederland te verbeteren?
‘Als ik Minister van Volksgezondheid zou zijn, zou ik veel meer regie naar me toetrekken’, stelt Runhaar. ‘Daar komt ook verantwoordelijkheid bij, wat niet meteen electoraal populair maakt’. Deze electorale focus leidt er volgens hem ook toe dat politici vaak geen besluiten nemen. ‘De Minister verschuilt zich achter de markt en wijst naar de discussie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders als het te heet wordt onder de voeten.’
Runhaar legt uit dat de huisartsenzorg in Nederland, in vergelijking met andere landen, erg goed geregeld is en ook niet duur. ‘Om de zorg te verbeteren moeten we voortbouwen op het succes van de huisarts. Ziekenhuiszorg is in Nederland erg prijzig en dus gaat daar veel aandacht naar uit van beleidsmakers die denken in kosten. Maar dan begin je precies aan de verkeerde kant’, betoogt Runhaar. ‘Je hebt een systeemvisie nodig in plaats van zorg-eilandjes die geoptimaliseerd moeten worden. Begin dus bij het verbeteren en uitbouwen van de eerstelijnszorg om zo zwaardere zorg te voorkomen.’
In de visie van Runhaar zouden naast de huisarts ook de wijkverpleegkundige en maatschappelijk werker een eigen praktijk krijgen per wijk. ‘Op deze manier kunnen mensen met een hulpvraag laagdrempelig terecht. Door deze professionals de ruimte te geven hulp te bieden, bouwen we aan een sterke drie-eenheid die de zorg uiteindelijk zal verbeteren. Zo heb je in de eerste lijn een betrokken zorgverlener met continuïteit als poortwachter voor de “cure”, de “care” en het sociale domein. Dat voorkomt medicalisering en houdt de gespecialiseerde cure, care en ggz beschikbaar voor degenen die het echt nodig hebben. Zo hoeven we niet steeds met de kaasschaaf er overheen, want juist voor de uitvoering van de kaasschaafmethode is weer een hele berg aan controle en bureaucratie nodig.’
Welk advies heb je aan De Nieuwe Denktank?
‘De zorgkosten zijn een black box’, stelt Runhaar. ‘Hierdoor is het niet duidelijk waar het lek zit. Er is veel meer onderzoek nodig naar waar echt de kosten zitten. Kijk bij systeemkosten niet alleen naar de overhead van zorgverzekeraars, maar ook naar die van zorgaanbieders en hoeveel tijd zorgverleners nodig hebben met hun patiënten. Becijfer de kosten van patiënten die van kastje naar de muur lopen en verdwaald raken. Het is lastig om een discussie te voeren zonder de juiste cijfers, daarin kan de Denktank een belangrijke rol spelen. Pas als we de feiten op een rij hebben, kunnen we gaan werken aan het verbeteren van de zorg, zonder dat we snijden op plekken waar het niet alleen ineffectief is, maar ook pijn doet. Zo dragen goed uitgewerkte plannen en ideevorming bij aan betere en betaalbare gezondheidszorg, juist voor de mensen die het meest hulpbehoevend zijn.’