Gezocht: juristen

Wij zoeken voor ons project voor de verbetering van het stikstofbeleid de (vrijwillige) hulp van (1) juristen die gevoel hebben voor de exacte wetenschappen, in het bijzonder voor significante cijfers; en (2) juristen die thuis zijn in de natuurbeschermingswetgeving.

Ons onderzoeksproject is erop gericht om binnen de huidige natuurbeschermingswetgeving vergunningsbeslissingen mogelijk te maken die – in tegenstelling tot de huidige praktijk – alleen afhangen van significante modeluitkomsten van het stikstofmodel AERIUS, en waarbij de niet-significante cijfers dus geen rol meer zullen spelen. Dat biedt ruimte voor een beter gebruik van modellen en maakt een einde mogelijk aan de willekeur in de besluitvormingsprocedure. Het zorgt er eveneens voor dat de focus binnen het natuurbeleid wordt verlegd naar effectievere maatregelen.

Dit zou – in onze opinie – mogelijk moeten zijn binnen de huidige Nederlandse en Europese natuurwetgeving. Daarvoor moet echter wel een belangrijke hobbel worden genomen: de correctie van de kennelijk verkeerde opvatting van het begrip significantie binnen de Nederlandse rechtspraktijk.

Wij zoeken hiervoor juristen die ons kunnen helpen. Enerzijds bij het formuleren van een voor juristen begrijpelijke onderbouwing wat niet-significantie van modeluitkomsten nu betekent. Anderzijds bij het inpassen van deze wetenschappelijke en juridische onderbouwing in de besluitvormingspraktijk, zodat provincies er meteen gebruik van kunnen maken bij het verlenen van vergunningen.

U bepaalt zelf de omvang van uw betrokkenheid bij dit project. Ook met reviews van de gemaakte stukken of van het functioneren als vraagbaak zijn wij geholpen. Deelname geschiedt in beginsel op basis van vrijwilligheid: De Nieuwe Denktank is een burgerbeweging die draait op vrijwillige inzet en giften uit de samenleving. Kosten worden vergoed.

Bereid een bijdrage te leveren? Stuur een e-mail naar quinten.pluymaekers@denieuwedenktank.nl

Context

De eerste helft van dit jaar deed De Nieuwe Denktank uitgebreid onderzoek naar het Nederlandse stikstofbeleid. Het natuurbeleid wordt in Nederland, anders dan in andere Europese landen, gedomineerd door een rekenmodel voor stikstofdepositie.

In ons onderzoeksrapport hebben we beschreven hoe er sprake is van een juridisch gebruik van een rekenmodel op een manier die natuurkundig niet te verantwoorden is. In de rechtspraktijk gaan we ervan uit dat het model bepaalde dingen kan berekenen. Het model kan dit vaak echter niet berekenen: het geeft dan wel een uitkomst, maar die uitkomst is niet-significant.

Dit is geen nieuwe informatie, maar reeds uitvoerig beschreven in de rapporten van de commissie ‘Meten en berekenen Stikstof’ (commissie Hordijk) en het aansluitend advies van TNO. Desondanks wordt het beleid niet aangepast en is er ook geen intentie om dit beleid te veranderen.

Alle toekomstige plannen, inclusief de uitkoop van zogeheten piekbelasters, zijn nog steeds gebaseerd op dit gebruik van stikstofmodel AERIUS. Ook in de rechtspraak lijken er opmerkelijkerwijs geen bezwaren te bestaan tegen het nemen van beslissingen op basis van niet-significante modeluitkomsten.

Bij bestudering van de rechterlijke spraken viel het ons op dat er waarschijnlijk binnen de rechtspraak sprake is van een – in deze context – onjuist begrip van significantie. De Raad van State en de bestuursrechtbanken lijkt aan ‘niet-significant’ de betekenis ‘zeer klein’ of ‘klein’ toe te kennen. Een ‘niet-significante modeluitkomst’ wordt in die opvatting gezien als een kleine, maar wel afdoende nauwkeurige modeluitkomst die iets zegt over de werkelijkheid. De consequentie daarvan is dat de Raad van State van mening lijkt dat de optelling van meerdere, onafhankelijke niet-significante modeluitkomsten leiden tot wel-significante uitkomsten. Immers, wanneer je een aantal kleine getallen bij elkaar optelt, krijg je een groter getal dat niet meer zeer klein is: in deze opvatting dus een wél significante uitkomst.

Dat is een opvatting die niet te rijmen is met het natuurkundige begrip van het ontbreken van significantie, zoals dat door de commissie Hordijk en TNO is beschreven.

Dit verkeerd begrip van significantie onvermijdelijk leidt tot willekeur is duidelijk voor iedereen die geoefend is in de exacte wetenschappen. Van deze willekeur is bijvoorbeeld sprake bij de zogeheten PAS-melders, waar er steeds sprake is van modeluitkomsten die (beduidend) kleiner zijn dan de ruis – de willekeurige variatie – in het rekenmodel. In de rechtspraktijk lijkt hier echter geen oog voor te zijn, juist vanwege het verkeerde begrip van wat ‘niet-significant’ nu betekent.

Het is dit misverstand dat een andere, wél wetenschappelijk verdedigbare benadering van de stikstofproblematiek in de weg staat.  

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *