Getal van de maand – 80

Nederland wordt geregeerd door modellen en cijfers. Het besef moet groeien dat data een middel zijn tot een doel en niet andersom. Daarom zetten we iedere nieuwsbrief een cijfer uit de actualiteit centraal en vragen we ons af: ‘Wat is het verhaal áchter dit cijfer?’. Zo brengen we diepgang terug in het spel van de (grote) getallen. Het getal van de maand is 80.

Het Nederlandse medialandschap wordt, naast de grote kranten, radio- en televisiezenders en de publieke omroep, gevormd door een diverse en veelkleurige lappendeken van ruim 240 lokale omroepen. Deze lokale nieuwswebsites, radiozenders en TV-kanalen doen verslag van de zaken die mensen het meest direct raken. Het beeld dat zij enkel berichten over gouden huwelijksjubilea of katten die uit bomen worden gered, is sterk achterhaald. De perstafels van gemeenteraden worden vaker bezocht door verslaggevers van de lokale omroep dan door krantenjournalisten van de regionale dagbladen. Het lokale omroepbestel moet wat het kabinet betreft echter op de schop en het aantal zenders moet worden teruggebracht tot 80 streekomroepen.

Staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media presenteerde deze week het plan voor gedwongen fusie van de lokale omroepen. Hiervoor gaf zij een aantal argumenten. In de eerste plaats maakte de staatssecretaris zich zorgen dat sommige gemeenten nu een lager bedrag per inwoner afdragen aan de lokale journalistiek dan eerder afgesproken. In het nieuwe plan lopen de geldstromen niet meer via het stadhuis, maar komt de financiering direct vanuit Den Haag. Daarnaast zou door de samenwerking een ‘kwaliteitsslag’ gemaakt kunnen worden.

Er kunnen echter vraagtekens worden gezet bij de argumenten van Uslu voor het snoeien in het aantal regionale omroepen. Op dit moment worden de 240 omroepen op de been gehouden door een grote groep vrijwilligers en een aantal professionele krachten. Verplichte fusies en het verlies van eigenheid en eigenaarschap die daarmee gepaard gaan, zullen leiden tot het afhaken van vrijwilligers. Actief zijn voor de omroep van jóúw gemeente geeft binding, een grotere omroep die de hele regio moet voorzien is minder tastbaar. Ditzelfde zal gelden voor de kijkers en luisteraars die juist inschakelen voor het nieuws uit hún gemeente. Deze leegloop van kennis en ervaring én luisteraars en kijkers zal de kwaliteit en het bestaansrecht van de tachtig overgebleven omroepen onder druk zetten.

Dit terwijl juist op gemeentelijk niveau steeds meer belangrijke beslissingen worden genomen. De decentralisatie van de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet toont dat journalisten dichter op lokale besluitvorming moeten gaan zitten, niet nóg meer op afstand moeten komen. Daar komt de Omgevingswet, en de dreigende uitvoeringscatastrofe daarvan, nog boven op de stapel dossiers die om méér journalistieke aandacht schreeuwen. Voor de omroepmedewerkers zijn die dossiers tastbaar, het gaat immers om hun wijk en buurt. Dit is precies de betrokkenheid die we nodig hebben én die we dreigen te verliezen met de gedwongen fusies van lokale radio- en televisieomroepen.

Samenvoeging en meer afstand is niet wat de controle van de lokale politiek door burgerjournalisten nodig heeft. De Staatssecretaris zou er beter aan doen om te zoeken naar andere manieren om de lokale pers een oppepper te geven. Bijvoorbeeld door de afspraken die ooit over de financiering door de gemeenten zijn gemaakt actief te handhaven. Gemeenteraadsleden, wethouders en burgemeesters mogen zich dit ook best aantrekken. Goede bestuurders die het vertrouwen van burgers terug willen winnen, moeten juist ook openstaan voor controle en verantwoording van lokale omroepen. Alle macht, ook lokaal, vraagt om tegenmacht. Laten we die tegenmacht dan ook van goede financiering en steun voorzien!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *