Het kabinet is erover gevallen en het belooft een van de voornaamste verkiezingsthema’s te worden: de asielinstroom. Deze zou – zeker volgens de VVD – te hoog zijn. Dit jaar zouden er 70.000 vluchtelingen in ons land asiel aanvragen. Maar die schatting lijkt veel te hoog. Wie maken die schattingen en waarom zitten ze er zo vaak naast?

De prognoses worden door de werkgroep Meerjaren Productie Prognose (MPP). In de werkgroep zitten vertegenwoordigers van verschillende betrokken instanties, onder andere: het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Justitie en Veiligheid, de IND, het COA en de politie. Op basis van (te verwachten) ontwikkelingen in het buitenland (oorlog, politieke onrust etc.), stellen zij een prognose op.
Voor dit jaar kwam de schatting uit op 70.000, maar we lijken eerder af te koersen op de helft van dat aantal. Na de eerste 5 maanden stond de teller nog op 16.097. Ook in 2016 werd de asielinstroom veel te hoog ingeschat. Volgens migratiedeskundige Leo Lucassen een gevolg van ‘paniekzaaierij’. Een logische verklaring is dat niet: de instroom wordt namelijk vaker onderschat dan overschat.
Het ligt waarschijnlijk simpeler: oorzaken van vluchtelingenstromen zijn moeilijk te voorspellen. Maar ook: overheden reageren op de te verwachten toename van het aantal vluchtelingen met beleid om die instroom te beperken. Dat in 2016 de instroom veel lager uitviel dan de prognose, heeft waarschijnlijk te maken met de Turkije-deal en de strenge grenscontroles (inclusief hekken) in Hongarije en op de Balkan. Kortom: migratie is geen natuurverschijnsel.
Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat (luidt een Deens (?) gezegde). Toch zal een overheid prognoses moeten maken. Dat ze er vervolgens wel eens flink naast zitten, is (zeker op een lastig te voorspellen onderwerp als dit) niet gek. Belangrijker is dat het getal geen eigen leven gaat leiden en politici, beleidsmakers en journalisten er de relativiteit van blijven inzien. In de maatschappelijke discussie wil zo’n prognose nog wel eens een belangrijkere rol spelen dan de werkelijkheid die heel anders uitpakt. Dát is wel kwalijk.